Aandacht voor in verbinding zijn

Iedereen kent wel situaties waarin mensen elkaar kwijt raken, of dreigen te raken, zich niet gezien voelen en/of zich eenzaam voelen. Wat deze situaties met elkaar gemeen hebben is dat het verbindingsproblemen zijn die dus kunnen worden opgelost door de onderlinge verbinding te herstellen. De vraag is waarom dat in veel gevallen niet, of niet op tijd gebeurt, want in veel gevallen gaat het om situaties die het leven tekenen en zelfs als traumatisch ervaren kunnen worden. Blijkbaar kan verbinding maken lastig zijn voor mensen. Hoe zou dat komen?

Naar mijn idee komt dat onder andere omdat mensen een niet correct beeld hebben van wat verbinding is. Is het een gevoel, een idee, of bestaat verbinding echt? En welke eigenschappen en mogelijkheden hebben we om in verbinding te kunnen zijn en wat maakt dat we uit verbinding gaan? We staan er maar zelden bij stil. In dit hoofdstuk wil ik dat wel doen.

Dit is de vierde van negen artikelen waarin ik stap voor stap, een nieuw mensbeeld beschrijf. Ze zijn het vervolg op drie eerdere artikelen die ik schreef over aandacht.

 

Korte samenvatting van de eerdere artikelen

Voordat ik het ga hebben over verbinding geef ik heel kort een terugblik op de eerdere artikelen.

De basis van mijn model wordt gevormd door het begrip Aandacht. Het model noem ik dan ook het Aandachtmodel. De mens zie ik daarin (net als dieren en planten overigens) als een aandachtwezen die zijn bestaan en mogelijkheden te danken heeft aan de brug die aandacht vormt tussen de mens en zijn werkelijkheid. Aandacht kun je zien als een scheppend principe dat mogelijkheden creëert en sturing geeft.

Als we goed naar het leven kijken, zien we dat aandacht pluriform is. We maken gebruik van drie soorten aandacht, namelijk van levensaandacht (die het bestaan en leven ondersteunt), van verbindende aandacht (die ons in verbinding laat zijn) en focusaandacht (die de basis is van onze bescherming).

Iedere vorm van aandacht blijkt de bron van bepaalde basale eigenschappen die we bezitten. Dat zijn er heel wat. Om overzicht te krijgen heb ik de eigenschappen per vorm van aandacht geclusterd. Daardoor worden in het Aandachtmodel vier basisidentiteiten onderscheiden: zijnsidentiteit, beschermingsidentiteit, verbindingsidentiteit en verbeeldingsidentiteit. Samen vormen ze onze totale identiteit.

In dit artikel ga ik dieper in op de verbindingsidentiteit, groen gekleurd in het schema.

Verbindingsidentiteit

 

Inleiding

Het gedeelte van de mens dat in dienst staat van het in verbinding zijn noem ik de verbindingsidentiteit. Zij wordt gevormd en reflexmatig aangestuurd door de verbindende aandacht. Van de vier basisidentiteiten is dit misschien wel de meest overzichtelijke en tegelijkertijd de meest ongrijpbare.

Overzichtelijk, omdat deze identiteit niet meer en niet minder is dan de wijze waarop we hier en nu in verbinding zijn en ons verbonden voelen met wat IS. Zij is de brug naar de wereld waarin we leven. Is die brug er niet dan zitten we opgesloten in ons zelf, of in ons kleine wereldje.

Het enige wat nodig is om in verbinding te zijn, is een ontspannen, open houding. Open betekent hier dat de aandacht zo min mogelijk wordt beperkt, of gericht. Ontspannen betekent dat het lichaam niet méér doet dan nodig is, dat er geen interne weerstand, nervositeit, of onnodig gespannen spieren in buik, schouders, of gezicht zijn. Ontspannen zijn betekent overigens niet dat je inactief, of afwezig bent, of dat het lichaam slap aanvoelt. Als je in verbinding bent, ben je juist alert. Je kunt actief en in beweging zijn. Je kunt zelfs druk weerstaan en tegelijkertijd in verbinding zijn, want als je goed in verbinding bent sta je stevig in je schoenen, kun je gemakkelijk en soepel bewegen en kun je je gemakkelijk aanpassen aan veranderende situaties.

Deze identiteit is ongrijpbaar, omdat elke reflectie een beperkende invloed heeft op deze identiteit. Zo gauw we ons gaan afvragen hoe het werkt, waarmee we ons verbonden voelen, of wat het hier en nu voor ons inhoudt, verandert onze verbindingsidentiteit, omdat door de reflectie de verbindende aandacht plaats maakt voor focusaandacht.

Als oefening kun je eens proberen om bewust een open houding aan te nemen en je vervolgens af te vragen wat je voelt. Welke verandering merk je?

De functie van deze identiteit, van dit gedeelte van wie en wat we zijn, is het creëren van stabiliteit, beweging en overzicht in het leven in het NU. In verbinding zijn is dan ook momentgebonden. Eckhart Tolle heeft het daarom over de kracht van het NU. De twee belangrijkste eigenschappen die we tot onze beschikking hebben om in verbinding te kunnen zijn zijn contact maken en afstemmen. Of we ons meer, of minder stabiel voelen merken we aan de mate waarin we harmonie ervaren in het leven.

De verbindende aandacht werkt via drie verbindingscentra in ons lichaam, ook wel chakra’s genoemd. De verbinding met het aardse bestaan loopt via je stuitchakra, de verbinding met het leven via je centrumchakra, en via je kruinchakra maak je verbinding met het hogere bewustzijn. Het hogere bewustzijn kun je zien als het gezamenlijke bewustzijn van alle mensen, al het leven en tenslotte alles wat bestaat.

Een beschrijving van in verbinding zijn zou kunnen luiden: In verbinding zijn is het ervaren van stabiliteit en harmonie door contact te maken en af te stemmen met het aardse bestaan, met wat zich aandient in het leven en met het hogere bewustzijn.

Als we druk bezig zijn, zijn we vooral bezig met wat zich aandient in het leven, maar dat wil niet zeggen dat we geen contact maken met het aardse en het hogere bewustzijn. Iedere keer als we uitrusten en even niks hoeven, maken we contact met het aardse. Elke keer als we bidden, of een wensje doen, maken we contact met het hogere bewustzijn.

Eerder heb ik deze identiteit ongrijpbaar genoemd. Daarmee bedoelde ik dus niet afwezig, onbegrijpelijk, of vaag. Dit gedeelte van wie we zijn is zeer aanwezig, zeer functioneel en zeer duidelijk. Of iemand wel of niet in verbinding is, merk je meteen. Zoals onze Zijnsidentiteit er voor zorgt dat we ZIJN en onze beschermingsidentiteit er voor zorgt dat we ons beschermen en blijven bestaan, zo zorgt deze identiteit er voor dat we contact kunnen maken, af kunnen stemmen en gezamenlijkheid en stabiliteit kunnen ervaren. Met andere woorden: dat we in verbinding kunnen zijn. Als deze identiteit slecht functioneert kunnen we moeilijk contact maken en afstemmen en voelen we ons labiel. De harmonie is dan ver te zoeken in het leven.

Sturing werkt in deze identiteit heel anders dan in onze beschermingsidentiteit. Daarin loont het om je best te doen en hard te werken. In deze identiteit werkt dat niet. Goed contact maken en afstemmen doe je niet door heel erg je best te doen, maar door los te laten en te leren om de verbindende aandacht te beheersen.

Om de verbindende aandacht te leren beheersen is geduld en oefening nodig. Disciplines als meditatie, yoga, tai-chi, chigong en aikido kunnen daarbij helpen. Een uitvergrote niet realistische vorm van verbindende aandacht is te zien in de Star Wars films waarbij The force staat voor wat ik bedoel met verbindende aandacht.

Interne en externe factoren hebben veel invloed op je mogelijkheden om in verbinding te zijn. Hoe dat werkt ga ik in dit artikel uit proberen te leggen. Ik begin met een toelichting op de essentie van in verbinding zijn. Vervolgens komen de chakra's aan bod en ga ik dieper in op de relatie tussen verbindende aandacht en focusaandacht en op de functie van de verbindingsidentiteit in ons leven.

In de afbeelding zie je deze identiteit in essentie weergegeven.

De essentie van in verbinding zijn

De essentie van in verbinding zijn is verbonden zijn. Dat gebeurt als je elkaars invloed direct kunt ervaren. In verbinding zijn overstijgt daarmee per definitie de individualiteit. Een belangrijke vraag is of onderlinge verbinding alleen bestaat als we haar voelen, of dat deze ook bestaat als we haar niet voelen. Het antwoord op die vraag is afhankelijk van wat we verstaan onder in verbinding zijn. Als we in verbinding zijn beschrijven als het gevoel verbonden te zijn, dan bestaat verbinding alleen als deze door de betrokkenen gevoeld wordt. Daarmee wordt in verbinding zijn een gevoel van het individu. Als we echter in verbinding zijn zien als een situatie die  per definitie de individualiteit overstijgt, dan bestaat verbondenheid ook als deze niet gevoeld wordt. Je kunt het vergelijken met een netwerk van verbindingswegen dat is aangelegd tussen dorpen en steden. Zijn deze steden en dorpen met elkaar verbonden, ook als de wegen niet worden gebruikt? Het antwoord daarop is bevestigend. Op dezelfde manier zijn mensen onderling verbonden, maar is ook alles wat leeft onderling verbonden.

Om een idee te krijgen van wat zoal met elkaar in verbinding staat en hoe deze verbinding tot stand komt, is het goed om terug te gaan naar de essentie van hoe de werkelijkheid in elkaar zou kunnen steken. In mijn artikel over intuïtie, velden en processen heb ik een beeld van de werkelijkheid beschreven dat is opgebouwd uit velden en processen die ons omringen en doordringen in ruimte en tijd. Velden bieden de mogelijkheid tot verbinding, het proces is het resultaat van de daadwerkelijke verbinding. Velden variëren van oneindig groot, tot oneindig klein, van kosmische schaal, tot atomische schaal.  

Onze verbindingsidentiteit is het resultaat van onze verbondenheid. Onze verbindende aandacht is de rode loper die ons onderdeel laat zijn van een groter geheel, als golven in de oceaan.

Geen IK

Bij gebrek aan individualiteit bestaat er in de verbindingsidentiteit geen IK. Die wordt namelijk gevormd door de andere identiteiten. In deze identiteit is er alleen verbinding.
In verbinding zijn is dus niet hetzelfde als verbinding voelen want daarbij ligt het accent op de persoon die iets voelt en niet op de verbinding zelf. In deze identiteit ligt het accent op de verbinding, het veld, het proces.

Zijn is genoeg

Je kunt met alles wat bestaat en leeft in verbinding zijn, want er zijn velden voor alles wat bestaat en leeft.
Met in verbinding zijn bedoel ik echter wat anders dan de zijnsverbondenheid die onderdeel is van de Zijnsidentiteit. Met Zijnsverbondenheid bedoel ik een bijzondere verbondenheid in Zijn, ofwel een gekleurde specifieke verbondenheid. Die kleuring kan plaatsvinden in de context van het doorgeven van leven, of een andere bijzondere situatie, maar kan ook alleen een fysieke reden hebben. Zo zijn mannen verbonden in hun man-zijn, lange mensen in hun lang-zijn, mensen met kanker in hun ziek-zijn-door-kanker, moeders in hun moeder-zijn, moeder en kind in hun moeder-en-kind-zijn, et cetera, et cetera. De ene zijnsverbondenheid heeft daarbij duidelijk meer impact op het leven, dan de andere.
In verbinding zijn is niet meer en niet minder dan de verbondenheid in het moment. Daarvoor is geen bijzondere verbondenheid nodig, sterker nog die kan juist flink in de weg zitten. Het is, zoals we allemaal wel weten, heel goed mogelijk dat je niet goed in verbinding bent met iemand waarmee je een grote Zijnsverbondenheid deelt, zoals je vader, moeder, kind, of (ex)partner. De reden daarvoor is dat er spanning zit op de verbinding, waardoor de beschermingsidentiteit actief wordt en de verbindingsidentiteit wordt weggedrukt. De brug wordt opgehaald.

Geen verkleuring

Zoals eerder beschreven verkleurd focusaandacht onze waarneming met het doel de bescherming succesvoller te maken (link). Daardoor kunnen we beter vechten, vluchten en kan onze verliefdheid ons verblinden. Verbindende aandacht verkleurd de werkelijkheid niet. De waarneming binnen de verbindingsidentiteit is daarom niet gekleurd. Waarnemen via onze verbindende aandacht geeft ons daardoor een ander en meer waarheidsgetrouw beeld van de werkelijkheid dan waarnemen via onze focusaandacht, terwijl we toch dezelfde waarnemingsorganen gebruiken.
Dat de werkelijkheid niet gekleurd is, betekent niet dat we de werkelijkheid waarnemen zoals die werkelijk is. Onze waarneming heeft nu eenmaal een beperkt bereik en is altijd een vertaling van wat bestaat. Ook wordt onze waarneming sterk beïnvloed door onze verbeelding.

Geen verbeelding

Het is voor een goed begrip van dit model van belang om te kunnen accepteren dat in verbinding zijn realiteit is en geen verbeelding (de velden en processen bestaan echt). De werkelijkheid benaderen vanuit een holistisch perspectief helpt daarbij. Daarin is alles wat bestaat onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormt het één groot geheel. Verbindende aandacht maakt ons onderdeel van een groter geheel, ofwel: laat ons in verbinding zijn. Daarvoor maken we gebruik van verbindingspoorten, ofwel chakra’s.

 

Chakra’s

Om in verbinding te kunnen zijn, maakt ons lichaam gebruik van verbindingscentra ofwel chakra’s. Deze centra zijn niet fysiek, hoewel je ze goed kunt voelen als je er met je aandacht naar toe gaat en vormen daarmee de link tussen de niet-fysieke wereld van velden en processen en de fysieke wereld van mineralen, lichaam en objecten. Chakra's zijn als poorten, of deuren. Je kunt ze openen en sluiten. Openen en sluiten hebben direct impact op het lichaam. Ook dat kun je goed voelen.

De manier waarop ik chakra’s gebruik in mijn model sluit aan bij de traditionele Indiase cultuur en religies, zoals  waarin chakra's worden beschouwd als de centrale plaatsen, ofwel knooppunten, waar de energiekanalen, of nadi's, samenkomen en waardoor de levensenergie in ons binnenstroomt.

Van de zeven chakra’s waar ik in mijn model rekening mee houd, heb ik er in de eerdere artikelen al vier benoemd. De eerste in het kader van de levensaandacht, deze bevindt zich in het bekken en de andere drie in het kader van de focusaandacht. Deze bevinden zich bij het hart, de keel en het voorhoofd.

Van de zeven chakra’s gebruiken we er vier om onze verbindingsidentiteit te reguleren. Dat zijn als het ware onze poorten naar verbinding. Van onder naar boven vinden we de eerste poort in de buurt van het staartbeen, de tweede poort centraal in het lichaam in de buik, de derde poort bij het hart en de vierde poort net boven de kruin van het hoofd, net buiten het fysieke lichaam. Ieder centrum neemt een ander gedeelte van het in verbinding zijn voor haar rekening. De verbinding met de aardse velden loopt via je stuitchakra, de verbinding met de velden van het leven loopt via je centrumchakra, de verbinding tussen velden van het leven en het IK loopt via het hart en via je kruinchakra maak je verbinding met de velden van het gezamenlijke, ofwel het hogere bewustzijn.

We kunnen ons bewust worden van deze poorten, door onze verbindingsaandacht af te stemmen op de bijbehorende velden. In verbinding zijn voelt als laten stromen van aandacht.

Het hartchakra

Binnen de verbindingsidentiteit is het hartchakra een bijzonder chakra. Het is in mijn model namelijk het enige chakra die een poort is voor meerdere soorten aandacht, namelijk de verbindende aandacht én de focusaandacht. In het hartchakra kunnen het IK en wat we tegenkomen in het leven samenkomen. We kunnen daardoor tegelijk invoelend zijn en begrijpen. We kunnen begrip tonen en met compassie naar een situatie kijken. Daarom wordt gezegd dat het goed is om naar het hart te luisteren in plaats van naar ons hoofd als we moeilijke beslissingen moeten nemen, of in een lastige situatie terecht komen.

De reden dat ik het hartchakra in eerste instantie niet noem als één van de drie verbindingscentra, is dat het hart gemakkelijk kan doorslaan naar de focusaandacht. Ons hart kan breken door verlies, of overstromen van hartstocht en passie. Het hart wat doorslaat naar de focus, kleurt de waarneming en is vooral bezig met het IK. Het is geen betrouwbare poort naar verbinding.

Maar, in het hart(chakra) kunnen verbinding en focus dus samenkomen. Misschien is het goed om eens nader in te gaan op het verschil en de samenwerking tussen focusaandacht en verbindingsaandacht.

 

Relatie tussen verbindende aandacht en focusaandacht nader bekeken

De verbindingsidentiteit staat in het model diagonaal tegenover de beschermingsidentiteit. Ze zijn op een bepaalde manier dan ook elkaars tegenpolen. De fysieke reflexen die gekoppeld zijn aan de ene of de andere aansturende aandacht zijn dan ook zeer verschillend. De beschermingsidentiteit ontleent zijn mogelijkheden en ‘kracht’ aan gerichte aandacht en het gericht belasten van het fysieke lichaam, waarbij specifieke inzet wordt gevraagd van ademhaling, bloedsomloop, spieren, spijsvertering en hormonen. De verbindingsidentiteit is daarentegen gebaat bij een alertheid zónder focus, met een ontspannen lichaam dat zich gedraagt als ‘een geheel’.

Met andere woorden: door focusaandacht zet het lichaam zich schrap om te presteren, door verbindende aandacht gebeurt dat juist niet. Daardoor kost in verbinding zijn in principe geen moeite. In plaats van iets doen, moet je er eerder iets voor laten. Je moet namelijk niet, of minder focussen. Door de verbindingchakra’s te openen, wat samen gaat met het ontspannen van het lichaam, gaat de verbindingsaandacht als vanzelf stromen en treedt de verbinding in werking. Je stelt je dan open voor wat er is, zonder doel, duiding, oordeel, of verwachting. Die leiden namelijk allemaal tot focus en dus tot vermindering van de verbinding.

Op al die momenten dat het niet lukte om verbinding te maken, terwijl je eigenlijk wel wilde, lukte het dus niet om je focusaandacht te beteugelen. Meestal geven we daar 'de ander' de schuld van, want hij is een klootzak en zij een k'twijf. ‘Openen’ is onmogelijk als je je beschermings-, of verbeeldingsidentiteit onvoldoende los kunt, of durft te laten. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn. Je kunt je onveilig voelen, behoeftes hebben, ziek zijn, of pijn hebben. Het kan ook zijn dat je verbeelding met je op de loop gaat. Misschien heb je geen tijd voor verbinding, omdat je moet werken, of wil je geen verbinding, omdat je de ander, of jezelf iets kwalijk neemt. Geen verbinding aangaan is dan als het opleggen van een soort straf. "Je dacht toch niet dat ik . . . . ."

Regulering tussen focus en verbinding

Verbindende aandacht en focusaandacht reageren dus op elkaar. Zet je de een wat harder, dan gaat de ander als vanzelf wat zachter. Dat gaat twee kanten op en het is niet zo dat focusaandacht per definitie sterker is. Om conflictsituaties op te lossen zijn er verschillende methoden ontwikkeld die bewust de verbindende aandacht activeren, zodat de waarneming minder gekleurd wordt en mensen elkaar weer gaan zien als mensen in plaats van vijanden. Verbindende Communicatie, ontwikkeld door Marshall Rosenberg, is daar een zeer bekend voorbeeld van. In mijn coaching gebruik ik toegepaste aikido met hetzelfde doel: het versterken van de verbindingsidentiteit.

In tegenstelling tot onze levensaandacht, kunnen de verbindende- en de focusaandacht ook AAN en UIT gezet worden. Zet je de focusaandacht vol AAN, dan gaat de verbindende aandacht UIT. Zet je de verbindende aandacht vol AAN, dan gaat de focusaandacht UIT. Beiden zijn uitzonderlijke en ongewenste houdingen als ze te lang duren. Wanneer de focusaandacht namelijk vol AAN staat (en daardoor de verbindende aandacht UIT), voel je geen verbinding, voel je je volledig geïsoleerd en van de wereld gescheiden.

Wanneer de verbindende aandacht vol AAN staat en de focusaandacht helemaal UIT, is er bijna geen besef van IK meer. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren tijdens een meditatie. Voor een korte tijd kan dat prettig zijn en gezond, maar het is geen basis om het leven te leven. Je kunt je dan niet meer beschermen, hebt geen idee wie je bent en wat je in het dagelijks leven moet doen. Voor baby’s is dat een normale toestand, voor volwassenen niet.

Voor een gezond leven gaat het dus om het vinden van een gezonde balans tussen focusaandacht en verbindende aandacht. De eerlijkheid gebied daarbij te zeggen dat we die balans maar voor een deel zelf in de hand hebben. Ons eigen lichaam, de gebeurtenissen in het leven en de wereld waarin we leven bepalen namelijk voor een belangrijk deel hoe we onze aandacht gebruiken. We reageren meer, dan dat we aan het roer staan. Zijn er in ons leven veel aanleidingen om onze focusaandacht in te zetten, dan zullen we daar mee om moeten gaan. Door goed naar ons lichaam te luisteren, door bewust focus af te wisselen met verbinding (wat leuks doen, wandelen) en door het doen van aandacht- en verbindingsoefeningen (zoals meditatie, aikido, yoga en bidden) kunnen we leren hoe we zelf aan de knoppen kunnen draaien, waardoor we minder afhankelijk worden van onze automatische, reflex gestuurde reacties.

Bij het vinden van een gezonde balans tussen verbindende aandacht en focusaandacht helpt het ook als we goed beseffen waarom we in het leven in verbinding willen zijn. Ik heb in de inleiding al wat geschreven over de functie van in verbinding zijn. Ik wil daar nu wat dieper op in gaan.

 

De functionaliteit nader bekeken

De eenduidige functie van de verbindingsidentiteit is het creëren van stabiliteit in het leven. Dat doen we door contact te maken en af te stemmen.

In verbinding

De manier waarop in verbinding zijn stabiliteit creëert kun je vergelijken met een paal die op de grond staat en stabiel wordt gehouden met een aantal scheerlijnen. Hoe meer lijnen, hoe groter de stabiliteit. Bij ons werkt het net zo, alleen een stuk ingewikkelder.

Om te beginnen zijn we geen stijve levenloze stok, maar meer een soort Barbapappa, of –mamma. We zijn flexibel en levend. Een ander verschil is dat we niet vast verbonden zijn met de aarde en dat we naast verbinding met de aardse velden, ook verbinding hebben met de velden van het leven en het gezamenlijke bewustzijn. Alle velden dragen bij aan onze stabiliteit, ieder op hun eigen manier. Door goed te aarden (verbinding te maken met de aardevelden) verschaffen we onszelf een goede basis. Onze verbindingen via onze kruinchakra maken dat we goed rechtop kunnen lopen. We strekken ons uit tussen boven en beneden, tussen 'hemel' en 'aarde'. Onze verbinding in het leven is als de lijntjes uit het centrum. Deze verbinding brengt ons in beweging. Een goed ontwikkelde verbindingsidentiteit brengt ons dus stabiliteit én beweeglijkheid en hoe opener we zijn, hoe stabieler we zijn, ook als we bewegen. Laten we eens kijken hoe we dat doen.

Contact

Om in verbinding te kunnen zijn is het nodig om contact te maken met een veld. Zoals ik reeds heb geschreven is daarvoor een open en ontspannen houding nodig. Je kunt contact maken met velden van mensen, dieren, planten, objecten, of geografische plekken. Hoewel het in wezen dus vanzelf hoort te gaan, is contact maken in een sociale omgeving niet vanzelfsprekend. Focusaandacht, verbeelding en beschermende houdingen kunnen er voor zorgen dat mensen geen contact maken met elkaars velden, of uit contact gaan.

Afstemmen en bewegen

Afstemmen en afgestemd blijven gebeurt door verbonden te blijven terwijl je iets doet, waardoor gezamenlijkheid wordt gecreëerd. Als je goed bent afgestemd kun je samen dansen, naar elkaar luisteren, gedragen afspraken maken en prettig samenwerken. Zonder afstemming lukt dat allemaal niet.
In principe kun je met meerdere mensen tegelijk afgestemd zijn, maar hoe groter de groep en hoe ingewikkelder de beweging, hoe moeilijker het is om op een gezamenlijk veld afgestemd te blijven en hoe meer je gebruik zult moeten maken van mondelinge en/of schriftelijke afspraken.

Voor alle duidelijkheid: afstemmen gebeurt in de verbindingsidentiteit, maar de reden om af te stemmen ligt in de andere identiteiten. Misschien voel je je onveilig, ben je seksueel actief, of heb je een idee dat je uit wilt voeren. De redenen voor contact en afstemming liggen altijd buiten de verbindingsidentiteit. De verbindingsidentiteit kent namelijk géén doelen, geen punt op de horizon, zelfs geen reden van bestaan. Het biedt ‘slechts’ verbinding, stabiliteit en overzicht in het hier en nu.

Harmonie

De kwaliteit van de afstemming, in hoeverre het lukt om af te stemmen, is voelbaar door de harmonie die we ervaren en de soepelheid van de beweging. Hoe beter de afstemming, hoe groter het gevoel van gezamenlijkheid, hoe meer we in harmonie ZIJN. Als we in harmonie zijn, lijkt alles moeiteloos te gaan. Soms is daarvoor oefening nodig, denk aan muziek maken, dansen, paardrijden, of optreden voor een publiek, maar soms gaat dat van nature, denk aan je thuis voelen in een gezelschap, genieten van een landschap, et cetera.

Individu en groep

Contact maken, afstemmen en afgestemd zijn gebruiken we niet alleen om persoonlijk op een stabiele manier sociaal te kunnen functioneren. Het is ook nodig om een groepsgevoel, ofwel sociale cohesie en stabiliteit te verkrijgen. Hoe beter de afstemming binnen een groep, hoe stabieler de groep als geheel zal zijn. Elke leraar en manager weet dat.

Gezondheid

De balans tussen verbindende- en focusaandacht heeft zijn weerslag op onze gezondheid. Het is natuurlijk niet zo dat mensen die over het algemeen goed verbonden zijn niet ziek kunnen worden, maar ik durf wel te stellen dat gebrek aan in verbinding zijn ongezond is voor mensen. In verbinding zijn gaat namelijk samen met een open, ontspannen houding die het lichaam niet belast en die energie geeft. Gebrek aan in verbinding zijn gaat gepaard met spanning en stress, wat de kans vergroot op allerlei ziekten, stoornissen en relationele problemen.

Alle somatisch (lichaamsgericht) georiënteerde disciplines en therapieën, van aikido tot mindfulness en healing, maken dankbaar gebruik van het versterken van de verbindingsidentiteit om stabiliteit en gezondheid in het leven van mensen te stimuleren.

 

Basishouding

Ieder van de vier basisidentiteiten in het model heeft een eigen basishouding. Dat is de houding waarmee de identiteit het best tot zijn recht komt. Voor de verbindingsidentiteit is de basishouding loslaten. Door los te laten kunnen we in verbinding zijn en verkrijgen we stabiliteit en beweeglijkheid, die we ervaren in de vorm van harmonie. Harmonie is dus het cadeau dat je krijgt als je los kunt laten.

 

Signalen vanuit de VERBINDING

De signaalgevoelens binnen de verbindingsidentiteit zijn in verbinding zijn, vreugde en verlatenheid.

In verbinding zijn is een gevoel op zich. Je kunt het voelen als je ontspant en 'loslaat'. Ga je helemaal mee in je gevoel van in verbinding zijn, dan voelt dat erg plezierig. Vreugde is daarom het signaalgevoel dat aangeeft dat je goed in verbinding bent. Dat gevoel kan nog groeien als het gevoel van verbinding wordt beantwoord door een ander. Daar word je automatisch blij van.

Gevoelens van verlatenheid, of alleen zijn ervaar je als het niet lukt om in verbinding te zijn, terwijl je dat wel wilt. Omdat VERBINDING een moment gebonden identiteit is, kan dit gevoel van verlatenheid ook weer omslaan in gevoelens van in verbinding zijn en vreugde als de verbinding wordt hersteld, of als er een nieuwe, andere verbinding wordt gelegd. Als je op stap bent met iemand en de ander is opeens weg, dan kun je je alleen en verlaten voelen. Zo gauw de ander weer in beeld komt en contact maakt, is het gevoel van verlatenheid weer weg.
Echter, als dit gevoel van alleen en verlaten zijn te heftig is, vaak voorkomt, of (te) lang aanhoudt, bijvoorbeeld omdat het gaat om een permanent verlies, dan zal het zijn sporen nalaten in het ZIJN. Het kan dan leiden tot onzeker en eenzaam ZIJN. Het alleen zijn is dan niet meer momentgebonden, waardoor ook de signaalgevoelens vanuit ZIJN, zoals verdriet, onmacht en pijn kunnen ontstaan, die op hun beurt weer de BESCHERMING inschakelen. Dit is wat er kan gebeuren als mensen genegeerd, gekleineerd, of mishandeld worden, of een groot verlies ervaren.

 

Het gesprek

Als je mensen vraagt naar wat voor hen het meeste waarde heeft in hun leven, dan staat in verbinding zijn hoog in de ranglijst, zij het vertaald naar gezin, familie en vrienden. Maar hoe belangrijk we het ook vinden, veel mensen krijgen niet het contact en de verbinding die zij wensen, wat onwenselijk veel pijn en verdriet geeft. En ook op het politieke toneel, of in het publieke debat, krijgt in verbinding zijn niet echt een podium. Wat we daar vaak zien is een oproep tot verbinding, uitgesproken vanuit een focus. Hoe zou het zijn als de macht van de focus kleiner was? Stel je eens voor, politici in debat terwijl zij in verbinding zijn. Hoe zou dat er uit zien? Ze zouden zich inleven in elkaar, compassie hebben, elkaar willen begrijpen en elkaar ondersteunen. In plaats van verdeeldheid te willen zaaien, zou men eenheid en harmonie nastreven.

We zien wat gebrek aan verbinding doet in het dagelijks leven. Kijk naar de eenzame en depressieve mensen, kijk naar de boze boeren en naar de mensen die boos zijn op de boeren, of kijk naar de teruglopende biodiversiteit in de natuur. Harmonie en beweeglijkheid is vaak ver te zoeken.

 

Vervolg

In dit artikel, en ook in de vorige artikelen, heb ik het regelmatig gehad over de verbeelding die de verbinding in de weg kan zitten. Het wordt tijd om daar eens aandacht aan te besteden. Het volgende hoofdstuk zal gaan over de verbeeldingsidentiteit. Met die identiteit creëren we een beeld van onszelf, onze wereld en ons leven. Het is de enige identiteit waarmee we niet worden geboren en die van de grond af opgebouwd moet worden. Eenmaal opgebouwd blijkt het de identiteit met de grootste mond te zijn.

 

Dank je wel voor het lezen van dit artikel. Heb je opmerkingen, of vragen, laat dan een reactie achter. En vond je het interessant, dan doe je me een groot plezier door dit artikel te delen met mensen waarvan je denkt dat het hen zal inspireren.

Hans de Win

 

Links naar de verschillende artikelen in deze serie Aandacht voor een nieuw mensbeeld:

  1. Inleiding
  2. Zijnsidentiteit
  3. Beschermingsidentiteit
  4. Verbindingsidentiteit
  5. Verbeeldingsidentiteit, grip op verbeelding
  6. Aandacht voor signaalgevoelens, voelen en emoties
  7. Tussentijdse samenvatting
  8. De levensdomeinen
  9. Afronding en handleiding, aandacht voor identiteit en systemen