Aandacht voor gevoelens en emoties
Leven vanuit gevoel
Wie dacht dat een nieuw model om naar de mens en het leven te kijken de zaak eenvoudig en overzichtelijk zou maken, komt waarschijnlijk bedrogen uit. Het vraagt namelijk enige studie om je het Aandachtmodel eigen te maken voordat je het op gevoel kunt toepassen. Ik realiseer me dat. Toch is het de bedoeling om het model vooral op gevoel te gaan gebruiken en naarmate de verbanden duidelijker worden, zal dat ook gemakkelijker gaan, verwacht ik. Dat is belangrijk, want wat mij betreft is ons gevoel onze gids in het leven en ons verstand niet veel meer dan een dun boekje met tips en wat uitleg. Dat kun je gebruiken als je de weg kwijt bent, of iets niet begrijpt wat je op je levenspad tegenkomt. Op die momenten is het fijn als je een betrouwbare reisgids hebt met een landkaart en uitleg over de dingen die er toe doen in het leven. Dit model wil een stukje van die reisgids zijn.
Dat het model ingewikkeld is, komt overigens door het leven dat ingewikkeld kan zijn. Die ingewikkeldheid is wat mij betreft dus geen illusie, geen aanstellerij. Natuurlijk is niet ieder leven constant ingewikkeld. Iedereen kent momenten van rust en harmonie, net als dat iedereen momenten van complexiteit zal kennen. Ingewikkeldheid, of complexiteit worden een probleem als je niet meer op je gevoel, je innerlijke kompas, kunt vertrouwen. En dat is wat deze tijd kenmerkt. We leven in een wereld die geregeerd wordt door VERBEELDING en focusaandacht. Een van de eigenschappen van focusaandacht is dat ons beeld van de werkelijkheid sterk wordt verkleurd, zonder dat je dat zelf door hebt. Dat maakt dat we in veel gevallen niet meer op ons gevoel kunnen vertrouwen, waardoor we ook steeds minder op ons innerlijk kompas varen. Heel vreemd is dat niet. Het landschap waarin we willen navigeren, wordt steeds ingewikkelder en het ziet er zwart van de draken, die allemaal drakensporen nalaten. (Weet je niet wat ik bedoel met 'draken', dan raad ik je aan het vorige artikel te lezen.)
Het Aandachtmodel is een reisgids bedoeld om leven vanuit gevoel weer wat meer betrouwbaar te maken. In dit artikel maak ik de koppeling tussen de vier basisidentiteiten en de gevoelens die we hebben die ons te vertellen hoe de stand van zake is binnen een basisidentiteit. Is alles op orde, of is er extra aandacht nodig? Ik noem die gevoelens daarom signaalgevoelens. Voor ik ze per basisidentiteit ga toelichten, wil ik eerst het verschil duiden tussen voelen, gevoelens en emoties.
Voelen, gevoelens, emoties en sentimenten
Voelen is een vorm van waarnemen; niet meer, niet minder. Ik kan voelen hoe warm water is, hoe ik me voel en ik kan voelen hoe een ander zich voelt, mits ik met die ander verbinding kan maken. Als ik voel hoe ik me voel, dan richt ik mijn waarneming op mijn lichaam, mijn bestaan, mijn ZIJN en ga daarmee in verbinding. Het kan zijn dat ik dan heel veel signalen krijg, maar dat kan ook erg meevallen, maar áls ik wat voel, dan weet ik dat het gaat om signalen uit één of meer van mijn basisidentiteiten, want wat ik IK noem is binnen het Aandachtmodel de optelsom van de vier basisidentiteiten.
Gevoelens zijn de sensaties die zich aandienen als ik voel hoe ik me voel. Soms moet ik mijn best doen om ze te voelen, soms hoeft dat niet en schreeuwen ze om aandacht. De meeste gevoelens zijn herkenbaar en weet je heel goed waar ze vandaan komen, maar het kan ook zijn dat je niet begrijpt wat je voelt, of waarom. Daar kun je flink van in de war raken.
Gevoelens kunnen luchtig en plezierig zijn, of zwaar en belastend, en alles er tussenin en omheen, maar hoe dan ook, ze doen altijd iets met je houding en het maakt daarbij niet uit, of je er wel of niet bewust van bent. Soms nemen ze als het ware bezit van je houding, maar het kan ook zijn dat ze een beperkte rol spelen.
Er zijn oneindig veel gevoelens, zoals er ook oneindig veel kleuren, vormen en texturen bestaan. Gevoelens hebben in principe geen naam en om gevoelens waar te nemen, hebben we dan ook geen woorden nodig. Je kunt proberen te beschrijven wat, waar en hoe intensief je iets voelt, maar woorden kunnen nooit de waarneming vervangen, of de werkelijkheid volledig beschrijven. Toch is praten over onze gevoelens een ding. Om binnen onze communicatie gevoelens een plaats te geven, hebben we in onze taal woorden gekozen die verwijzen naar veelvoorkomende gevoelens, zoals boos, verdrietig, blij en verbaasd. Dat zijn de gevoelens die we aanduiden met het woord emoties. Daarnaast zijn er nog massa's woorden die we meer associatief gebruiken om onze gevoelens te duiden, zoals zwaar, onrustig en energiek. Marshall Rosenberg komt in zijn boek over geweldloze communicatie op 263 woorden die verwijzen naar gevoelens. Dat klinkt misschien heel wat, maar het blijft een fractie van wat je kunt voelen.
Er is natuurlijk niks mis mee om je gevoelens te benoemen. Stilstaan bij wat je voelt, door woorden te kiezen die passen bij wat je voelt, al dan niet samen met iemand die je daarbij helpt, kan erg zinvol zijn. Wel doet het er toe of het accent daarbij ligt op de waarneming, op dat wat je daadwerkelijk voelt, of op de wens om duidelijkheid te scheppen en je gevoelens te kaderen. Hoe meer het accent ligt op duidelijkheid, hoe meer je zult willen voldoen aan verwachtingen en hoe minder het zal gaan over wat je werkelijk waarneemt, want verwachtingen zijn onderdeel van onze VERBEELDING. Ze hebben de neiging onze waarneming te sturen en te vervormen. Ik ga er van uit dat veel van de gevoelens die we emoties noemen, sterk beinvloed zijn vanuit onze VERBEELDING. En dat geldt in nog grotere mate voor sentimenten. Emoties ervaren we nog fysiek, sentimenten ervaren we alleen via onze verbeelding en zijn dus ook onderdeel van de VERBEELDING. In het stukje over VERBEELDING kom ik daar op terug.
Signaalgevoelens
Hoewel woorden altijd tekort schieten om gevoelens te omschrijven ga ik woorden gebruiken om de belangrijkste signaalgevoelens te duiden. Ik zal per basisidentiteit een aantal signaalgevoelens benoemen en toelichten en wil benadrukken dat dit overzicht zeker niet volledig is. Daarvoor zijn onze gevoelens te verfijnd en mijn woorden te grof. Mijn doel is een beetje inzicht, niet volledigheid.
Om mijn uitleg beter leesbaar te maken zal ik in het vervolg in de meeste gevallen het woord ‘identiteit’ weglaten als ik verwijs naar een basisidentiteit. Zijnsidentiteit wordt dan ZIJN, beschermingsidentiteit wordt BESCHERMING, verbindingsidentiteit wordt VERBINDING en verbeeldingsidentiteit wordt VERBEELDING, of draak.
Signalen vanuit het ZIJN
Ik begin bij de Zijnsidentiteit, ofwel het ZIJN en pak even terug op de eerdere artikelen: ZIJN heeft als doel om te bestaan en te leven. Dat doen we met een levend lichaam, dat slaap en bescherming nodig heeft, en door Zijnsverbondenheid. Zowel ons lichaam als onze Zijnsverbondenheid zijn op verschillende manieren kwetsbaar en tonen die kwetsbaarheid via signaalgevoelens.
Als je ZIJN in orde is, dan heb je een tevreden gevoel. Je bent dan ontspannen en kunt het leven accepteren zoals het is. Gevoelens van tevredenheid vormen daarom de basis van een leven dat gevoelsmatig in balans is.
Binnen de Zijnsidentiteit kan er flink wat misgaan. Je kunt ziek worden, sterven, iemand verliezen waarmee je sterk verbonden bent, et cetera. Het lichaam en de Zijnsverbondenheid maken grotendeels gebruik van dezelfde signalen om aan te geven dat er wat mis is, zoals pijn, stress, kramp, misselijkheid, vermoeidheid, slapeloosheid, of andere gevoelens van ongemak. Om die reden is in veel gevallen niet duidelijk of deze gevoelens worden veroorzaakt door een probleem in het lichaam, de Zijnsverbondenheid, of in beide. Deze onduidelijkheid kan grote gevolgen hebben.
Om te beginnen zullen veel klachten langer blijven bestaan en groter worden dan nodig is, want als we niet weten wat de oorzaak is, weten we vaak ook niet wat de beste manier van reageren is. Het kan zijn dat we te lang wachten voordat we hulp inroepen en als we hulp inroepen is de kans vrij groot dat we niet bij het juiste adres aankloppen. Vaak wordt er namelijk van uitgegaan dat fysieke klachten een fysieke oorzaak hebben. Daarmee gaan we in principe naar de huisarts. Dat blijkt echter in veel gevallen niet het juiste adres, want van de helft van de lichamelijke klachten waarmee mensen naar de huisarts gaan en twee derde van de lichamelijke klachten waarmee mensen naar een medisch specialist gaan, wordt de fysieke oorzaak niet gevonden. Dat wil natuurlijk niet in alle gevallen zeggen dat die er niet is, maar ik durf de bewering wel aan dat veel van de lichamelijke klachten waar mensen aan leiden signalen zijn vanuit de Zijnsverbondenheid. In die gevallen zijn de signalen somatisch, maar de achterliggende problemen niet.
Wanneer er geen oorzaak wordt gevonden voor de klachten die mensen ervaren, kan dit niet alleen leiden tot verergering van de klachten, er kunnen ook nieuwe klachten door ontstaan. Onzekerheid en gebrek aan erkenning kunnen bijvoorbeeld extra stress veroorzaken, waardoor het interne beschermingssysteem meer en meer wordt ingeschakeld. Dat uit zich in meer vecht-, vlucht- en/of bevriesgedrag, mogelijk in combinatie met obsessief bevredigen van behoeftes, wat kan leiden tot allerlei vormen van verslaving en tot overbelasting van het beschermingssysteem, ofwel burn-out en overspannenheid.
Omdat de Zijnsverbondenheid per definitie systemisch van aard is, zijn de gevolgen van het niet adequaat reageren op signalen dat dus ook. De gevolgen van spanning en burn-out worden dus gevoeld in alle betrokken systemen, van gezin, familie en buurt, tot wijk, werk en maatschappij en heeft zelfs zijn uitwerking op eco- en klimaatsystemen.
Naast deze gedeelde signalen heeft onze Zijnsverbondenheid ook eigen signalen. Dat zijn onzeker ZIJN en verdriet.
Met onzeker ZIJN bedoel ik niet de alledaagse onzekerheid, bijvoorbeeld of de trein wel op tijd komt, maar existentiële onzekerheid. Het accent ligt op het ZIJN dat onzeker is. Dat kan te maken hebben met een levensbedreigende ziekte (bij jezelf, of een ander), of met een beperkt gevoel van eigenwaarde waardoor je je afvraagt of je wel goed genoeg bent voor deze wereld. Onzeker ZIJN kan gebruik maken van een hele waaier aan gevoelens, van buikpijn, tot overmatig transpireren. In algemene zin voelt het beklemmend en brengt het spanning in je lichaam.
Gevoelens van verdriet hebben, binnen het ZIJN, te maken met een staat van verbondenheid die je (nog) niet kunt accepteren. Als dat gepaard gaat met huilen ontstaat er, als het goed is, meer ruimte om te kunnen accepteren. Uiten van gevoelens van verdriet kan daardoor een belangrijk onderdeel zijn van het verwerken van verlies.
Signalen vanuit de BESCHERMING
BESCHERMING heeft als doel het voortbestaan van lichaam en leven veilig te stellen en heeft als basishouding beschermen. De eigenschappen die deel uit maken van BESCHERMING zijn gekoppeld aan en een uiting van focusaandacht.
Een aantal signaalgevoelens zijn al benoemd in de vorige paragraaf. Het lichaam laat ons weten als er iets mis is en schakelt de beschermingsmechanismes in. Bij misselijkheid kunnen we gaan braken, bij vermoeidheid nemen we rust en bij een verwonding gaan we onszelf helen. Als het goed is gaat dat allemaal automatisch. En zolang de oorzaak fysiek is, werkt dat vaak prima. Naast deze signalen wil ik drie specifieke signaalgevoelens benoemen die naar mijn idee bij BESCHERMING horen. Dat zijn hunkering, behoedzaamheid en angst.
Met hunkering doel ik op alle gevoelens die direct aan je behoeften zijn gekoppeld. Dat kan honger zijn, nabijheid, veiligheid, zin in seks, maar ook 'beter worden' hoort in dit rijtje thuis. Naast deze natuurlijke behoeftes vanuit het lichaam en de Zijnsverbondenheid, zijn er ook cultuur gestuurde 'behoeftes', die ik aan zou willen duiden met het woord verlangens. Verlangens zetelen hoog in het lichaam en zijn vaak onderdeel van je VERBEELDING, zoals het verlangen naar vakantie, een biertje, of winkelen. Verlangens staan vaak in het teken van jezelf verwennen.
Als je hunkering is gestild, dan heeft je BESCHERMING goed gewerkt en voel je je tevreden. Als je hunkering niet te stillen is, en een soort verslaving wordt, dan is naar alle waarschijnlijkheid de draak aan het werk, of probeer je iets te compenseren wat je elders te kort komt.
Als tweede signaalgevoel van BESCHERMING zie ik behoedzaamheid. Daarmee bedoel ik het besef dat de eigenschappen van BESCHERMING begrenst zijn. Het voelt verstandig om niet al te grote risico’s te nemen. Behoedzaamheid biedt bescherming in de vorm van beter voorkomen dan genezen. Ook behoedzaamheid kent een natuurlijke en een cultuur gerelateerde kant. Die laatste kennen we als soberheid en spaarzaamheid.
Een uitvergrote vorm van zowel behoedzaamheid, als hunkering is angst en dat zou je als het derde signaalgevoel binnen BESCHERMING kunnen zien. In algemene zin is angst het sterke vermoeden, of de wetenschap, dat je eigen bescherming, of die van een ander waar je je mee verbonden voelt, onvoldoende is, dat je te kort gaat komen, gecombineerd met het gevoel dat dat heel erg is. Je kunt niet (meer) relativeren.
Angst kan zich op allerlei manieren manifesteren. Je kunt bijvoorbeeld angst hebben dat je te kort komt, niet veilig bent, dood gaat, iemand gaat verliezen, geen succes zult hebben, of dat een spin je aan gaat vallen. In beperkte mate kan angst nuttig zijn. Hij creëert een houding die je voorbereid op iets wat mogelijk te gebeuren staat en waarbij je al je aandacht nodig zult hebben, maar angst kan ook verlammen, verkrampen en bevriezen en kan daardoor de Zijnsverbondenheid ondermijnen en families en gezinnen uiteen drijven.
Signalen vanuit de VERBINDING
VERBINDING is het totaal van eigenschappen die het gevolg zijn van onze verbindende aandacht. VERBINDING heeft als doel het bieden van stabiliteit en heeft als basishouding loslaten. De signaalgevoelens zijn: in verbinding zijn, vreugde en verlatenheid.
In verbinding zijn is een gevoel op zich. Je kunt het voelen als je ontspant en 'loslaat'. Ga je helemaal mee in je gevoel van in verbinding zijn, dan voelt dat erg plezierig. Vreugde is daarom het signaalgevoel dat aangeeft dat je goed in verbinding bent. Dat gevoel kan nog groeien als het gevoel van verbinding wordt beantwoord door een ander. Daar word je automatisch blij van.
Gevoelens van verlatenheid, of alleen zijn ervaar je als het niet lukt om in verbinding te zijn, terwijl je dat wel wilt. Omdat VERBINDING een moment gebonden identiteit is, kan dit gevoel van verlatenheid ook weer omslaan in gevoelens van in verbinding zijn en vreugde als de verbinding wordt hersteld, of als er een nieuwe, andere verbinding wordt gelegd.
Voorbeeld: Als je op stap bent met iemand en de ander is opeens weg, dan kun je je alleen en verlaten voelen. Zo gauw de ander weer in beeld komt en contact maakt, is het gevoel van verlatenheid weer weg.
Echter, als dit gevoel van alleen en verlaten zijn te heftig is, vaak voorkomt, of (te) lang aanhoudt, bijvoorbeeld omdat het gaat om een permanent verlies, dan zal het zijn sporen nalaten in het ZIJN. Het kan dan leiden tot onzeker en eenzaam ZIJN. Het alleen zijn is dan niet meer momentgebonden, waardoor ook de signaalgevoelens vanuit ZIJN, zoals verdriet, onmacht en pijn kunnen ontstaan, die op hun beurt weer de BESCHERMING inschakelen. Dit is wat er kan gebeuren als mensen genegeerd, gekleineerd, of mishandeld worden, of een groot verlies ervaren.
Signalen vanuit de VERBEELDING
Tot slot de signaalgevoelens vanuit de VERBEELDING, ofwel de draak. Onze VERBEELDING wordt gevormd door de eigenschappen die het gevolg zijn van het feit dat we ons iets in kunnen beelden. Je kunt denken aan geloven, afspraken maken, verwachtingen en een ego hebben.
Signaalgevoelens binnen de VERBEELDING is een beetje een verhaal apart. Om te beginnen bestaan er, op de keper beschouwd, geen gevoelde gevoelens binnen de verbeeldingsidentiteit, alleen ideeën over gevoelens. Om te voelen heb je immers een (gevoels)lichaam nodig en dat heeft VERBEELDING niet. VERBEELDING is wel verbonden met het lichaam, het brein is haar kraamkamer, maar ze heeft zelf geen lichaam. Via het brein heeft VERBEELDING echter wel toegang tot het lichaam, namelijk via het neurale netwerk. Daarnaast heeft VERBEELDING de mogelijkheid een zelfbeeld te creëren, een idee van wie en wat we zijn, en kan zichzelf daarin een hoofdrol toebedelen. Het beeld dat mensen van zichzelf hebben wordt dan vooral bepaald door hun VERBEELDING. Het werkelijke zelf, het ZIJN, de BESCHERMING en het in verbinding zijn, krijgen dan veel minder podium. Descartes “Cogito ergo sum”, ofwel “Ik denk, dus ik besta” ging over de verbeeldingsidentiteit en niet over onze totale identiteit. Dat dit idee zo invloedrijk is geworden, zegt iets over de tijd waarin we leven en de positie die we toekennen aan verbeelding.
Terug naar de signaalgevoelens. Door de verbinding tussen VERBEELDING en ons lichaam, via ons brein en het neurale netwerk, kunnen we een beeld vormen bij wat we voelen en is het omgekeerd ook mogelijk om via onze verbeelding gevoelens in het lichaam op te wekken en te sturen. Daardoor kunnen we huilen om een film, worden we geraakt door foto's en berichtgeving via de media en heeft reclame zoveel effect op ons gedrag. Gevoelens die opgewekt worden door VERBEELDING zijn echter geen signaalgevoelens, want ze vertellen ons niet hoe we er aan toe zijn. Als we huilen om een film, is dat niet een signaal dat er iets mis is. Als we iets willen kopen na het zien van een reclame, dan is dat niet omdat we reële behoeftes hebben. Als we verdrietig zijn na de dood van iemand waarvan we ons alleen via de media een beeld hebben gevormd, dan is dat niet een signaal vanuit onze Zijnsverbondenheid. Voelen en VERBEELDING staan dus vaak op gespannen voet. Toch zijn er wat mij betreft wel enkele signaalgevoelens verbonden aan VERBEELDING. Die vinden we als we even teruggaan naar het doel en de basishouding van VERBEELDING.
Het doel van VERBEELDING is het beschermen van de cultuur waar we onderdeel van uit maken. Dat doen we door te geloven in die cultuur. Als dat goed gaat ervaren we duidelijkheid. Duidelijkheid, ofwel de afwezigheid van verwarring, is dan ook het belangrijkste signaalgevoel van VERBEELDING. Als alles duidelijk is, heb je het gevoel dat het leven klopt. Daarom vraag je iemand, nadat je iets hebt uitgelegd, of het duidelijk is. Daarom ook hebben dictators en leiders van geloofssystemen zo’n hekel aan mensen die verwarring zaaien. En daarom kan ook onze eigen VERBEELDING zich gedragen als een dictator als de duidelijkheid onder druk komt te staan. Om verwarring te voorkomen doet onze draak namelijk wat iedere dictator doet. Ze wordt boos, nijdig, kwaad en doet wat nodig is om aan de macht te blijven, namelijk verdelen en heersen.
Door boosheid bijt VERBEELDING van zich af en zegt: “Kom niet aan mijn duidelijkheid!” en probeert daarmee de kwetsbaarheid van de verbeelding te maskeren. En daarbij geldt: Hoe bozer de reactie, hoe brozer de duidelijkheid. Boosheid is misschien daarom wel de basisuitdrukking van draken in talloze verhalen en afbeeldingen.
Boosheid wordt dus ingegeven door verbeelding, maar de fysieke gewaarwording van boosheid is geen verbeelding. Dat zijn echte gevoelens, afkomstig vanuit angst en/of verdriet. De boosheid laat ons weten dat onze verbeelding onder druk staat, maar achter de boosheid kunnen signaalgevoelens schuilgaan die betrekking hebben op ZIJN en BESCHERMING. Door te onderzoeken wat er achter de boosheid zit, kunnen we zicht krijgen op wat er werkelijk speelt. Zo bezien is boosheid wel degelijk een signaalgevoel.
Verdelen en heersen doet onze draak via verbeelde gevoelens, ofwel sentimenten. Sentimenten zijn een soort afspraken over hoe je je in een bepaalde situatie zou moeten voelen en zijn verbonden met normen en waarden en de tijdgeest. Sentimenten zijn een typisch product van de focusaandacht; ze verkleuren de waarneming en zetten aan om jezelf belangrijk te maken. Er zijn sentimenten op het gebied van relatie, opvoeding, werk, cultuur, et cetera. Zo kunnen we verdriet hebben als onze verwachtingen niet uitkomen, ons schamen als we niet voldoen aan de verwachtingen, angst hebben als we te laat komen, jaloers zijn als ons ego zich tekortgedaan voelt, ons schuldig voelen als we vinden dat we onze taak niet goed hebben uitgevoerd, of juist de ander schuldig laten voelen als hij, of zij zich niet aan de afspraak heeft gehouden. En ook al bestaan afspraken niet echt, verdriet, schaamte, jaloezie en schuldgevoel kunnen levens volledig in hun grip houden.
Sentimenten zijn wat mij betreft dus géén signaalgevoelens. Ze vertellen ons niet of onze VERBEELDING goed of niet goed werkt. De gevoelens van duidelijkheid en verwarring doen dat wel.
Het Aandachtmodel update
Ik sluit dit artikel af met een samenvoeging van de signaalgevoelens met wat eerder is beschreven over het Aandachtmodel. Op de afbeelding is het resultaat daarvan te zien.
De afbeelding laat centraal in iedere cirkel het doel van de basisidentiteit zien. We hebben in totaal dus vier doelen in het leven, die ieder op hun eigen manier aandacht vragen: ZIJN, beschermen van het leven, stabiliteit en bijdragen aan het voortbestaan van de cultuur. Bovenin de cirkels staat aangegeven hoe de basisidentiteit haar doel bereikt en onderin de cirkels staan de signaalgevoelens, de gevoelens die we gebruiken om 'on track' te blijven.
Door te geloven in tevredenheid en vreugde, kunnen we de vier doelen combineren. "GELOVEN IN TEVREDENHEID EN VREUGDE" Die kan op een tegeltje.
Het volgende artikel
In het volgende artikel zal ik een samenvatting geven van het Aandachtmodel. Het artikel daarna zal gaan over de levensdomeinen, de gebieden tussen de basisidentiteiten, waarin de basisidentiteiten met elkaar samenwerken en bijzondere eigenschappen mogelijk maken, zoals gehechtheid, verdraagzaamheid, hulpvaardigheid, loyaliteit, verantwoordelijkheid en vindingrijkheid.
Dank je wel voor het lezen van dit artikel. Heb je opmerkingen, of vragen, laat dan een reactie achter. En vond je het interessant, dan doe je me een groot plezier door dit artikel te delen met mensen waarvan je denkt dat het hen zal inspireren.
Hans de Win
Links naar de verschillende artikelen in deze serie Aandacht voor een nieuw mensbeeld: